Iedere school functioneert in een specifieke context die van belang is voor wat de school doet en welke keuzes ze maakt.
1. Onder 'context' verstaan we:
- administratieve, structurele, bestuurlijke gegevens en historiek
- socio-economische en andere kenmerken van het werkgebied (zoals grootstedelijk gebied, aanwezigheid kansarmoede, aanwezigheid van sociaal-culturele voorzieningen, instroom van anderstaligen, …)
- infrastructuur
- financiële middelen
- regelgeving …
2. Onder 'input' verstaan we:
De lerende, de ouders/ thuisomgeving, het schoolteam en de bestuursleden zijn van belang voor wat de school doet en welke keuzes ze maakt. Dit is de input en omvat:
- kenmerken van de lerenden (zoals gender, aanvangssituatie, attitudes en motivationele kenmerken, ...)
- kenmerken van de ouders en de thuisomgeving (zoals socio-economische kenmerken, thuistaal, etniciteit/immigratiestatus, ouderlijke betrokkenheid, ...)
- kenmerken van het schoolteam (zoals didactische en inhoudelijke vakkennis, verwachtingen m.b.t. de lerende, attitudes en motivationele kenmerken, doelmatigheidsbeleving, opleidingsniveau, aantal jaren onderwijservaring, …)
- kenmerken van de bestuursleden (samenstelling van het bestuur, professionaliteit, etc).
Opdracht: Welke inputkenmerken typeren jouw school of centrum? Concretiseer de input van jouw school of centrum adhv onderstaande mindmap.
Opdracht 3: Geef 3 prioriteiten van eigen school of centrum en verklaar deze vanuit de context en input van de school of centrum.
[Ga verder naar een andere kwaliteitsverwachting van het
referentiekader voor onderwijskwaliteit ...]